Ieder land heeft zo zijn eigen onderwijssysteem, en Nederland is hier geen uitzondering op. De manier waarop in Nederland kinderen voor de middelbare school ingedeeld worden is vrij uniek. Het kan soms lastig zijn om precies te weten hoe het systeem nou in elkaar zit. Zeker als jij niet in het huidige systeem op school hebt gezeten, dan klinkt het allemaal maar als een zooitje afkortingen. Daarom hier een klein overzicht om jouw kennis van het Nederlandse schoolsysteem op te frissen.
De basisschool
Zo rond een jaar of vier of vijf moeten kinderen aan het basisonderwijs deelnemen. Soms is dit vier, en soms is dit vijf jaar. Als het kind gedurende het eerste jaar nog vijf wordt, dan gaat deze dus vaak al op zijn of haar vierde naar het basisonderwijs. De basisschool bestaat uit acht verschillende leerjaren, genoemd groepen. Op de basisschool wordt er van alles aan ontwikkeling gedaan, en in de latere groepen wordt er ook nog iets over de wereld geleerd. Gedurende het grootste gedeelte van deze leerjaren worden kinderen getoetst. Deze toetsen moeten, samen met de CITO-toets, een indicatie geven van welk middelbaar schoolniveau voor het kind geschikt is. Aan het einde van groep acht wordt dus de overstap naar de middelbare school gemaakt.
Middelbare school
Het voortgezet onderwijs, meestal bekend als de middelbare school, begint meestal wanneer het kind twaalf is. Afhangende van het niveau eindigt dit wanneer hij of zij zestien, zeventien of achttien is. Er zijn in principe drie verschillende niveaus, al zijn er nog subcategorieën binnen deze niveaus. Het VMBO, voorbereidend middelbaar onderwijs is het kortste niveau, en duurt nominaal vier jaar. Er wordt binnen het vmbo nog onderscheid gemaakt tussen Theoretische, Gemengde, Kaderberoepsgerichte, en Basisberoepsgerichte leerweg. Het middelste niveau heet HAVO, hoger algemeen voortgezet onderwijs. Met zes jaar duurt het langste niveau, VWO, totdat iemand achttien wordt. Deze verschillende niveaus bereiden kinderen allemaal voor op een passende carrière of vervolgopleiding.
Beroeps- en hoger onderwijs
De middelbare school is niet de laatste stap van het onderwijssysteem. Iedereen wordt in principe aangemoedigd om nog één fase van school te doorstaan. De varianten zijn een MBO-opleiding, een HBO-studie, of een WO-studie. Het middelbaar beroepsonderwijs stoomt iemand klaar om een praktisch vak te gaan beoefenen. Dit is vaak de stap die men neemt na het volgen van het VMBO. Het HBO, hoger beroepsonderwijs, is een voornamelijk theoretische studie die mensen voorbereidt op de complexere functies bij bedrijven. Een HAVO-diploma biedt toegang tot het HBO. Als laatste is er dus het WO. Dit staat voor wetenschappelijk onderwijs, en het wordt ook wel de universiteit genoemd. Alleen een VWO-diploma geeft toegang tot de universiteit, al kan je wel via omwegen zonder een diploma de universiteit bereiken. Het HBO en het WO heb je afgerond nadat een commissie klaar is met jouw scriptie controleren.
Hierna is nog verdere educatie mogelijk, maar eigenlijk praten we dan al niet meer over het onderwijssysteem.