Onlangs is mijn zoontje van vijf per ongeluk op de website van Mediamarkt beland, om daar een lang gesprek te voeren met een chatbot. Die kon natuurlijk geen chocola maken van de onsamenhangende woordenbrei die Jip – nu net in groep drie – kon opschrijven.
Chatbot voor kinderen?
Maar het zette me wel aan het denken. Wat Jip het leukste vond van de chatbot, was het feit dat hij reactie kreeg. Vaak verschijnt er eerst een ‘Aan het typen…’ symbooltje, voordat de chatbot reactie geeft op wat jij zegt. Zo lijkt het – vooral voor kinderen – echt alsof er iemand aan de andere kant van de computer zit. En dat vond Jip fantastisch. Het maakte dus eigenlijk niet zo veel uit wát de chatbot zei, als hij maar reactie gaf.
Ik ben toen even gaan zoeken online. Of er soortgelijke services of spelletjes te vinden zijn.
Chats voor de jeugd
Voor jongeren tot zeventien jaar zijn er wel speciale kinderchat-services. Maar dat is dan met jongeren onder elkaar. Hier kunnen ze vrij uit chatten. Moderators houden een oogje in het zeil en gevoelige onderwerpen en grof taalgebruik worden weggefilterd. Ook kunnen er geen links worden geplaatst of gegevens worden gedeeld.
Taalspelletjes op de tablet
Ook zijn er wel taalspelletjes te vinden voor kleuters en peuters. Ze kunnen daarop woordenschatspellen spelen. Heel visueel en een kindvriendelijke interface. In de klas beginnen de kinderen vaak met een opdracht die ze vervolgens thuis verder oefenen. Zelfs kan er geoefend worden met verschillende talen.
Maar ook dit is niet wat ik zoek. Tot zo ver heb ik nog geen chatbot speciaal voor kinderen die leren lezen, schrijven en typen kunnen vinden.
Zelf chatten
Als alternatief gaan we vaak zelf maar met Jip chatten. Minstens zo grappig. Hij appt dan met papa over de tablet, die dan een antwoord geeft. Meestal gewoon simpele zinnetjes, want die wil Jip leren. Maar soms een gekke foto of leuk plaatje. Iedere keer dat Jip een berichtje ontvangt op de tablet heeft hij de grootste schik. En heel tijdintensief is het voor ons ook niet. JIp doet zeker wel vijf minuten over het ontcijferen van ieder zinnetje dat we opsturen. Hetzelfde spelletje doet hij met zijn zusje, die een jaartje ouder is en al aardig kan lezen en schrijven. Je merkt dan wel dat ze sneller verveeld zijn of alleen maar ongein naar elkaar sturen. Het is toch leuker als papa het doet.
Daarom doen wij het leren lezen toch maar zo veel mogelijk met de ouderwetse boekjes. Want eerlijk is eerlijk: er gaat niets boven een verhaaltje lezen voor het slapen gaan.